Kelten

Kelten (800-19 v.Chr.) In de periode die de IJzertijd genoemd wordt, hebben er in Boxmeer constant mensen gewoond in houten boerderijen met strodak. Opvallend is dat die gebouwen door de eeuwen heen groter werden. Bij de boerderijen stonden spiekers, opslagschuurtjes op hoge palen, waarin de oogst onbereikbaar was voor ongedierte. De afmeting van de boerderij en de opslag kan als een teken van welvarendheid worden beschouwd. Er konden meer mensen gevoed worden, er kon meer vee worden gestald, en daarmee konden ook zeldzame en mooie objecten van elders geruild worden. Op die manier ruilden de mensen in Boxmeer glazen armbanden die in de buurt van Nijmegen werden gemaakt. IJzeren voorwerpen konden ze zelf maken van in de buurt gewonnen moerasijzererts. Textiel werd geweven van eigen wol.
Waar mensen wonen, gaan ze ook dood. In de buurt van de boerderijen lagen de voorouders. Voor iedereen werd na de crematie een eigen grafkuil aangelegd waarin de asurn en eventueel wat andere objecten werden gelegd, om te kunnen gebruiken in het hiernamaals. Dit gebruik verandert als de Boxmeerders geen urn meer meekrijgen en hun as in een doek wordt gewikkeld en zo wordt begraven. Een heuveltje markeerde het graf. Niet alle doden werden gecremeerd. In uitzonderlijke gevallen werden menselijke resten geofferd zoals bij de Kelten gebruikelijk was. Wie dit lot ten deel viel, is niet bekend.