Straatnamen verklaard

Altijd benieuwd geweest naar wie Laan Leijdekkers is vernoemd? En is er vuursteen gevonden in Sterckwijck? Kijk hieronder naar een verklaring van de straatnamen in Sterckwijck.

Dokter Kopstraat

Dokter P.S.M. Kop (1918-1985) was als internist en medisch directeur verbonden aan het Maasziekenhuis. Hij is de grondlegger van het Maasziekenhuis.  In 1968 vindt de verhuizing van het Heilig Hartziekenhuis naar het Maas Ziekenhuis plaats. Inmiddels is Maasziekenhuis Pantein verhuisd naar de Health Campus op Sterckwijck. Als eerbetoon aan dokter Kop ligt de hoofdingang aan de Dokter Kopstraat 1.

Dokter Nuyensstraat

Dr. Nuyens

Dr. Nuyens

Dokter W.J.F. Nuyens (1875-1966) is een sociaal bewogen arts uit Boxmeer. Hij komt uit een familie waaruit al vanaf 1750 tientallen artsen zijn voortgekomen. Dr. Nuyens wordt geboren in Zevenhoven en studeert medicijnen aan de universiteit van Leiden. Na zijn studie werkt hij 25 jaar in Boxmeer, vervolgens aan het St. Annagesticht in Venray en later in Den Bosch. Hierna keert hij als zenuwarts terug naar Boxmeer. Nuyens ontvangt ondermeer het Kruis van Verdienste van Oostenrijk, voor de opvang van Oostenrijkse kinderen in Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Zuster Bloemstraat

Zuster M.A.A. Bloem (1912-1944) heeft in Boxmeer een organisatie opgezet voor consultatiebureaus, wijkverpleging en tbc-bestrijding. Rie Bloem heeft in het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog een dagboek bijgehouden. Ze verzorgt en evacueert  zieken en gewonden. In oktober 1944 is zij op weg naar zwaargewonde militairen en komt zij om door een landmijn. Op het straatnaambord wordt zij geëerd als de 'Boxmeerse Florence Nightingale'. Een verwijzing naar de Britse verpleegkundige (1820-1910) die als sociaal hervormer en grondlegger van de moderne verpleegkunde wordt gezien.

Laan Leijdekkers

Deze straat is vernoemd naar Peter Leijdekkers, oud-directeur van Stork. Dhr. Leijdekkers is één van de grondleggers van de Stork bedrijven in Boxmeer. Hij stond bekend als een 'people manager'. En als "een technicus in textielmachines, die wist hoe over de hele wereld zijn apparaten te verkopen", aldus het Boxmeers weekblad. In 1955 wordt hij naar Stork gehaald om een nieuwe machine in de markt te zetten. Uiteindelijk wordt Stork marktleider van de textieldrukkerijen . Op 26 maart 2011 onthult dhr. Leijdekkers samen met burgemeester Van Soest het straatnaambord van 'zijn' laan. In juli 2013 verschijnt de biografie 'Peter Leijdekkers; Samen Stork'.
foto onthulling straatnaambord Laan Leijdekkers klein

De onthulling van het straatnaambord

Laan de Wijze

Louis de Wijze (1922-2009), geboren in Boxmeer, komt uit een slagersfamilie. Zijn vader, Samuel de Wijze, heeft rond 1900 een slagerij in Beugen. Na de Tweede Wereldoorlog gaat Louis de Wijze verder met een eigen slagerij. Na een fusie wordt dit uiteindelijk Homburg in Cuijk, waar hij directeur is. In de oorlog wordt de Wijze en een groot deel van zijn familie opgepakt en naar Westerbork gebracht.  Later wordt hij naar Auschwitz getransporteerd, waar hij tot de bevrijding van het kamp in 1945 verblijft. Veel van zijn familieleden komen om in concentratiekampen. De Wijze wordt later bekend met zijn strijd tegen antisemitisme en racisme. Hij is begraven op de joodse begraafplaats in Vierlingsbeek.

Romeinenstraat

Fibula (mantelspeld) uit de Romeinse tijd

Ook in de Romeinse tijd (19 v.Chr.-450 n.Chr.) is Boxmeer bewoond geweest. Nadat Romeinse legioenen naar Nijmegen en verder zijn getrokken, wordt een heerweg aangelegd. Op deze plek ligt nu de Heerstraat. De inheemse bewoners wonen ook in deze periode in Sterckwijck. In het zuidwesten van Sterckwijck zijn vooral boerderijen aangetroffen en in het zuidoosten grafvelden. Enkele crematiegraven uit de Late IJzertijd en Vroeg-Romeinse tijd zijn goed bewaard gebleven. De jongste graven zijn van de vroege 3e eeuw n.Chr. Opvallende metaalvondsten uit de Romeinse tijd die tijdens de opgraving naar boven kwamen, zijn fibulae (mantelspelden), munten, een wapengordel, ijzeren servies, een schaar, een hakmes en een scheermes.

Vuursteenstraat

Vuurstenen pijlpunten uit de Steentijd

Vanaf de Steentijd (ca 250.000-2000 v.Chr.) gebruikt de mens vuursteen om werktuigen van te maken. Bijvoorbeeld pijlpunten, vuistbijlen en schrabbers. Met schrabbers worden huiden schoongemaakt. Tijdens de opgraving in Sterckwijck zijn bijna 1000 bewerkte stukken vuursteen gevonden. Door de vuursteenvondsten weten we dat in verschillende prehistorische perioden mensen in het huidige Sterckwijck leefden. Een deel van het vuursteen is ook verbrand geweest. Sommige resten daarvan zijn aangetroffen in graven. De werktuigen zijn als bijgiften meegegeven aan de overledenen. Het vuursteen is verbrand bij de crematie van de overledene.